Elke wedstrijd kan de laatste zijn

Prima verwoord door Danique in onderstaand artikel van Judith Janssen uit de Limburger van dd 12-10-2020.

CORONAMAATREGELEN
Elke wedstrijd kan de laatste zijn
Nu ouders en toeschouwers zijn verbannen bij de sportclubs en wedstrijden last minute worden afgelast, dringt zich de vraag op: hoe lang blijft het nog leuk om te sporten?

Gooi de competitie er maar uit. De lol is er vanaf. Het is té ingewikkeld, té onzeker, té veel gedoe. Bestuurslid Karel Hellebrekers is er klaar mee. De badmintonners van Roosterse moeten al moeite doen om hun team compleet te houden. Zeker nu de Belgische en Duitse spelers meer en meer afhaken.

Die durven niet te komen of zien het niet zitten om na 48 uur op Nederlandse bodem in quarantaine te gaan. „We kunnen niemand verplichten te komen. Dat is aan de speler zelf”, zegt Hellebrekers. Wat hem betreft mogen de wedstrijden tijdelijk worden stilgelegd. Het is bijna niet meer te regelen.

Onzekerheid

Nu ouders en toeschouwers van de velden en uit sportzalen zijn verbannen, wedstrijden last minute worden afgezegd en een drankje na afloop onmogelijk is, dringen nieuwe vragen de sportclubs en kleedkamers binnen. Hoe lang mogen we nog spelen? Is het wel verstandig om uitwedstrijden te houden? Is het nog wel leuk zo?

Van de elf teams die tennisvereniging Volharding uit Meerssen rijk is, hebben zich er twee uit de competitie teruggetrokken. De lol was er voor de spelers vanaf. Want waarom zou je helemaal naar een wedstrijd rijden om een uurtje te spelen en vervolgens weer rechtsomkeert te maken, zonder te douchen of een drankje na afloop?

„De competitie was er al een met beperking, maar nu je na afloop ook niet meer gezellig iets kunt eten of drinken al dan niet tot in de late uurtjes, wordt het er echt niet leuker op”, zegt voorzitter Richard van Elven. Vooral de sociale, recreatieve sporter die niet koste wat kost een wedstrijd wil winnen, zal nu eerder afhaken. „Die vraagt zich af of die paar minuten tennis al het gedoe erom heen nog wel waard is.”

Speelplezier

Voor het damesteam van HC Scoop uit Sittard, dat nooit traint maar enkel wedstrijden speelt, eindigen de avonden veel vroeger dan voorheen. Dat wel. Maar leuk is hockey voor aanvoerster Floor Schneider nog steeds. „Het is anders, maar niet minder leuk.”

De handbalvrouwen van BSAC uit Maasbree spelen alsof elke wedstrijd de laatste is. Ze genieten van elke minuut. Corona mag dan wel onzekerheid zaaien, het virus pakt bij niemand het speelplezier af. Al is het elke week opnieuw de vraag of ze kunnen spelen.

De handbalsters willen maar wat graag blijven sporten en hebben onderling duidelijke afspraken gemaakt. Wie ook maar iets voelt, moet thuisblijven en zich laten testen. „Maar het blijft een kwestie van vertrouwen. Vertrouwen in het team, maar ook in de tegenstander waarvan je hoopt dat die er hetzelfde instaat”, zegt speelster Danique van Rijswijck. Het Huis van de Sport krijgt dagelijks signalen van verenigingen en bestuurders voor wie de lol eraf is. Spelers willen nog wel trainen en wedstrijden spelen, maar zonder publiek en met alle maatregelen is het allemaal een stuk minder leuk geworden, merkt directeur Jack Opgenoord.

Maar de grootste zorgen zitten vooral bij de bestuurders, zegt hij. Die zien leden twijfelen of ze nog wel willen komen. „Vooral leden die toch al niet sterk gemotiveerd zijn en misschien al maanden niet fatsoenlijk hebben kunnen spelen, haken nu mogelijk af.” En dan is er nog de grote groep van oudere sporters en vrijwilligers die, zeker bij binnensporten, liever niet meer komt uit angst het virus op te lopen. „Iedereen is afwachtend en steeds fatalistischer.”

Zwart

De heren van ijshockeyclub Eaters uit Geleen hebben sinds corona nog geen enkele wedstrijd gespeeld. Onzekerheid voert inmiddels de boventoon. Kunnen ze überhaupt nog spelen dit jaar? Wat gaat het onvoorspelbare virus doen?

Een beetje moedeloos worden ze ervan, zegt Lars van Sloun. Sinds een paar weken traint het team twee, drie uur per dag, zonder zicht op een wedstrijd. „We trainen tot het zwart wordt voor onze ogen, maar waarom eigenlijk? Je hebt geen doel waar je naartoe werkt. Dat is soms lastig.”